Marc Chagall

Marc Zakharovich Chagall werd geboren op 6 juli 1887. Hij was een bekende kunstenaar van Russisch-Franse afkomst. Hij werd bestempeld als modernistisch en was de pionier van een veelheid aan artistieke stijlen en vormen. Het is waar te zeggen dat er geen kunstsegment is waarin hij niet heeft gewerkt.

Marc Chagall werd geboren in een joods gezin. Hij had acht broers en zussen van wie hij de oudste was. Zijn achternaam was een afgeleide van de naam Segal. Zijn vader, Khatskl (Zachar) Shagal, werkte vroeger voor een haringhandelaar. Zijn moeder, Feige-Ite, was bezig met de verkoop van levensmiddelen. Chagalls vader stond bekend als een hardwerkende man. Toch was dit niet terug te zien in zijn inkomen. Chagall had veel respect voor zijn vader.

Veel van wat bekend is over het leven van Chagall, is ontleend aan zijn autobiografie ‘My Life’. In het boek bevestigde hij hoe het chassidische jodendom zijn artistieke mentaliteit beïnvloedde. Hij vermeldt ook hoe het voor joodse kinderen in Rusland verboden was onderwijsinstellingen te bezoeken. Zelfs hun bewegingsvrijheid was beperkt. Chagall werd daarop gedwongen zich in te schrijven op een plaatselijke, joodse religieuze school. Hier leerde hij meer over de Bijbel en het Hebreeuws. Toen hij dertien werd, deed zijn moeder er alles aan om hem toegelaten te krijgen tot een Russische middelbare school. Het dilemma was dat het instituut erop uit was Joodse kinderen niet binnen te laten. Zijn moeder, niet voor één gat te vangen, liep naar het schoolhoofd en bood hem geld aan om Chagall op te nemen. De rector accepteerde het aanbod met enige aarzeling.

Chagall maakte kennis met zijn aangeboren passie voor kunst toen hij voor het eerst een medestudent zag schetsen. Hoewel er geen spoor van kunst vanuit zijn afkomst was, merkte hij dat hij zich onmiddellijk tot de activiteit aangetrokken voelde. Toen hij zijn vriend vroeg hoe hij had leren tekenen, antwoordde zijn vriend: “Ga een boek zoeken in de bibliotheek idioot, kies een foto die je leuk vindt en kopieer hem gewoon”. Kort daarna begon hij tekeningen te maken uit boeken en tijdschriften. Hij genoot zo veel van het proces dat hij zich geen leven meer kon voorstellen zonder zich er elke dag aan over te geven.

In 1906 verhuisde Chagall naar Petersburg. De plaats staat bekend als een broedplaats voor kunstenaars. Daar schreef hij zich in aan een prestigieuze kunstacademie waar hij twee jaar studeerde. In 1907 was hij betrokken geraakt bij het maken van naturalistische zelfportretten en landschappen. Hij ontmoette ook de liefde van zijn leven, Bella Rosenfeld, met wie hij zich al snel verloofde. Chagall beschreef haar als iemand die door hem heen keek, en hem het gevoel gaf dat ze alles van hem wist.

In 1910 verhuisde Chagall naar Parijs met de bedoeling zijn artistieke stijl te bevorderen. Terwijl kubisme daar de overheersende trend was, functioneerde Chagall’s kunst rond thema’s als sentimenten en menselijke emoties. Hij was toen pas drieëntwintig en vond het verschrikkelijk moeilijk om zich daar in die tijd te vestigen, hij voelde zich gewoon erg eenzaam.

Rond 1914 begon Chagall zijn verloofde, die nog in Vitebsk was, te missen. Hij accepteerde een aanbod om kunsthandelaar in Berlijn te worden. Dit was voor hem ook een gelegenheid om zijn werk te laten zien. Zijn creaties in deze tijd waren onder meer ‘Homage to Apollinaire’ (1911–12), welke overigens nu in het bezit is van het ‘Abbemuseum’ in Eindhoven, en ‘Paris through the Window’ (1913).

In 1915 trouwde Chagall met Bella. Drie jaar later werd hij benoemd tot commissaris van de kunsten op Vitebsk’s Popular Art School. In de loop van de tijd leerde hij ook meer over graveren.

In de jaren dertig reisde Chagall veel. Pas in 1948 vestigde hij zich in Frankrijk. In 1958 ontwierp Chagall ook kostuums voor het ballet ‘Daphnis en Chloe’, en in de jaren zestig experimenteerde hij met glas-in-loodschilderijen.

Marc Chagall stierf op 28 maart 1985 in Frankrijk en liet een erfenis van werk in elke dimensie van de kunst achter.