Joan Miró

Joan Miró was een beroemde Catalaanse schilder die beroemd was om zijn raadselachtige, surrealistische en droomachtige litho’s, muurschilderingen, wandtapijten en sculpturen die openbare ruimtes over de hele wereld hebben versierd en verfraaid. Miró had een grote invloed op de surrealistische beweging met zijn ongeëvenaarde talent voor abstracte kunst.

Joan Miró i Ferrà werd geboren op 20 april 1893 in Barcelona, ​​Spanje. Hij zat vanaf zijn veertiende op een business school in Barcelona, terwijl hij ook de Escuela Superior de Artes Industriales y Bellas Artes van La Lonja bijwoonde. Na drie jaar, na afronding van zijn kunstopleiding, aanvaardde hij de baan van klerk. Kort daarna leed Joan aan een zenuwinzinking, waarna hij de business school verliet en al zijn inspanningen en middelen concentreerde op het bevorderen van zijn artistieke opleiding en training. In 1912 schreef hij zich in aan de Francesc Gali’s Escola d’Art in Barcelona, ​​en studeerde daar de daarop volgende drie jaar.

Miró’s professionele carrière werd gelanceerd door de hulp en aanmoediging van de opmerkelijke dealer Jose Dalmau. In 1918 toonde Dalmau Miró’s eerste solotentoonstelling in zijn galerie in Barcelona. In 1920 reisde Miró naar Parijs en kwam daar Pablo Picasso tegen, die een grote invloed op zijn werk had. Hij begon de Parijse kringen van invloedrijke dichters als Max Jacob, Pierre Reverdy en Tristan Tzara te bezoeken, en daarom begon hij een groot deel van zijn tijd door te brengen met reizen tussen Parijs en Montroig, Spanje. Hij werd ook een actieve deelnemer aan de Dada-beweging, en in 1921 assisteerde Jose Dalmau Miró bij het organiseren van zijn eerste solotentoonstelling in Parijs, in de Galerie la Licorne. In 1923 presenteerde Joan zijn werken op de Salon d’Automne en het jaar daarop werd hij een actief lid van de surrealistische groep. In 1925 organiseerde hij een solotentoonstelling in de Galerie Pierre in Parijs. De expositie bleek een enorm commercieel succes en werd hij geprezen als een groot surrealistisch maker. Datzelfde jaar leverde Miró een belangrijke bijdrage aan de eerste surrealistische tentoonstelling die ook in Galerie Pierre werd getoond.

In 1928 reisde Joan naar Nederland, waar hij de werken van Nederlandse meesters begon te bestuderen die een grote invloed hadden op veel van zijn schilderijen die hij in die periode maakte. In datzelfde jaar produceerde hij zijn eerste geplakte papieren en collages. Het jaar daarop begon Joan zijn fascinerende experimenten met lithografie en etsen. In de jaren dertig wijdde Miró zijn tijd aan het maken van iconische sculpturen met beschilderde stenen en gevonden voorwerpen. Deze sculpturen staan ​​bekend als één van de meest prominente exposities van surrealistische kunst. In 1936 nam Miró deel aan de tentoonstellingen van kubisme, abstracte kunst en surrealisme in het Museum of Modern Art in New York. In 1937 kreeg Miró de opdracht om een ​​monumentaal project te maken dat op de Wereldtentoonstelling van Parijs zou worden tentoongesteld. In 1944 werkte Miró samen met Joseph Llorens y Artigas en begon hij te werken met keramiek. Hij experimenteerde ook met prenten en al snel werden deze beide van 1954 tot 1958 de basis van zijn werk. In 1954 ontving Miró de Grote Prijs voor Grafisch Werk aan de Biënnale van Venetië en later in 1958 ontving hij de Guggenheim International Award voor de muurschilderingen voor het UNESCO-gebouw in Parijs.

Joan Miró stierf op 25 december 1983 in Palma de Mallorca, Spanje.