Guillaume Cornelis van Beverloo
De kunstenaar Corneille staat er in eerste instantie om bekend op 26-jarige leeftijd de Cobra groep op te hebben gericht samen met Karel Appel. De Cobra groep zou uiteindelijk uitgroeien tot een groep van expressionistische naoorlogse kunstenaars. In een latere fase werd deze groep uitgebreid met tal van extra leden. Het ging hierbij niet alleen om beeldende kunstenaars, maar ook om bijvoorbeeld schrijvers en dichters. Enkele namen die op dit vlak ongetwijfeld bekend in de oren zullen klinken zijn onder meer Lucebert, Remco Campert en natuurlijk ook Hugo Claus.
Rijksacademie voor Beeldende Kunsten
Corneille werd geboren op 3 juli 1922 in de Belgische stad Luik. Toen hij de leeftijd van 17 jaar had bereikt besloot hij om te verhuizen naar Haarlem. In het jaar 1940 trok hij vervolgens naar de Nederlandse hoofdstad Amsterdam. Ondanks het feit dat Corneille er om bekend stond grotendeels een autodidact te zijn besloot hij te gaan studeren aan de Kunstnijverheidsschool waar hij een cursus Rijksacademie voor Beeldende Kunsten volgde. In het jaar 1946 werd de eerste tentoonstelling gehouden van de werken van Corneille. Deze vond plaats in het Nederlandse Groningen.
Figuratieve kunst
In 1950 besloot Corneille om Amsterdam achter zich te laten en te verhuizen naar Parijs. In de Franse hoofdstad leefde hij tot in het jaar 1968 samen met fotografe Henny Riemens. Het paar was eerder in 1955 met elkaar getrouwd in Amsterdam. Corneille en zijn partner stonden er om bekend regelmatig naar andere delen van de wereld te reizen. Het ging hierbij niet alleen om Noord-Afrika en Noord-Amerika, maar ook naar bijvoorbeeld de Antillen evenals Zuid-Amerika. Deze reizen hebben in aanzienlijke mate bijgedragen tot de aard van zijn werken. Vanaf het jaar 1960 besloot Corneille terug te vallen op de figuratieve kunst. Vooral vrouwen, vogels, bloemen evenals allerhande personages waren hier vaak het onderwerp van.
Geen hobby, maar een roeping
Tijdens zijn leven heeft de kunstenaar Corneille meermaals benadrukt dat hij schilderen niet zag als een hobby of als werk, maar eerder als een echte roeping. De schilderijen van Corneille staan er om bekend zeer vrolijk en kleurrijk te zijn. Niet alleen de zon en de vrouwen, maar ook bomen en vogels zijn vaak terugkerende elementen. Volgens Corneille zelf heeft hij na de Cobra nog drie perioden gehad in zijn carrière. Naar de eerste verwees hij als zijnde de lyrische, abstracte periode. Vervolgens besloot hij om landschappen te schilderen. Tijden de derde fase focuste Corneille op het figuratieve. Heel wat van de werken van Corneille zijn terug te vinden in het Cobra Museum voor Moderne Kunst in Amstelveen.
Commerciële activiteiten
Corneille mag zich met recht en rede één van de meest succesvolle schilders noemen van de twintigste eeuw. Hij kreeg dan ook een onderscheiding als ‘Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw’. Nochtans kreeg Corneille op verschillende momenten in zijn carrière af te rekenen met aanzienlijke kritiek op zijn commerciële activiteiten. Zo ontwierp hij niet alleen CD-hoezen, maar zijn er ook Corneille-balpennen evenals een Corneille-das te koop.
Atelier in Parijs
Tijdens de laatste jaren hield Corneille zijn atelier in de Franse hoofdstad Parijs. Bezoekers werden niet of nauwelijks gedoogd door de kunstenaar. Bovendien leefde Corneille reeds een geruime tijd een teruggetrokken bestaan in het Maison du Cedres in het Franse departement Val d’Oise. Corneille bleef uiteindelijk werken tot aan zijn dood. Zijn woordvoerder, namelijk Boudewijn Hiltermann heeft bekend gemaakt dat drie kunstolifanten die bedoeld waren voor de olifantenparade de laatste werken waren welke door Corneille werden voltooid. Corneille overleed op 5 september 2010.